HandigWerk & School

Paradox Betekenis + voorbeelden

0

Tegenstellingen kent iedereen, maar heb je wel eens van een paradox gehoord? Waarschijnlijk heb je voorbeelden van een paradox vaak gehoord, maar had je niet door dat het om een paradox ging. Wij leggen de paradox betekenis uit én geven een aantal voorbeelden.

Wat is een paradox

Het stijlfiguur paradox is een schijnbare tegenstelling of een kloppend lijkende redenering die tegen onze intuïtie ingaat. Iedereen kent waarschijnlijk wel tegenstellingen zoals: ‘zwart en wit’ of ‘hard en zacht’. Een paradox bestaat uit twee dingen die op het eerste gezicht niet samen kunnen, maar als je er wat beter over nadenkt toch wel samengaan. Bijvoorbeeld: “Naarmate de kennis toeneemt, weet men steeds minder”. De paradox betekenis is een vorm van een stijlfiguur en wordt gebruikt om een tekst meer leven te geven. Auteurs en schrijvers gebruiken dit om de lezer te laten nadenken over bijvoorbeeld de dilemma’s van het personage. Een voorbeeld van een paradox is: ‘Kalm aan, en rap een beetje!’. De eerste keer dat je dit leest, lijkt de zin niet logisch omdat ‘kalm’ en ‘rap’ een tegenovergestelde betekenis hebben. Als je de zin nogmaals leest dan staat er eigenlijk dat iemand snel rustig moet worden en klopt de zin dus wel.

Voorbeelden paradoxen

Voorbeelden paradoxen

Misschien klinkt een paradox nog steeds een beetje vaag. Geen paniek! Hopelijk wordt het aan de hand van de volgende voorbeelden wat duidelijker.

‘Schrijven is de kunst van het schrappen.’
Als je echt alles zou schrappen wat je schrijft, zou je niets overhouden. Wat wel bedoeld wordt, is het volgende: de tekst die je hebt geschreven, kan vaak een stuk korter en wordt ook beter als je overbodige woorden schrapt.

‘Niets is geheel waar, en zelfs dát niet.’
Op het eerste gezicht lijkt dit een nutteloze uiting, maar op het tweede gezicht zie je de illustratie van wat er wel bedoeld wordt: ‘dé waarheid’ bestaat niet.

‘Weinig alcohol kan te veel zijn.’
Weinig en veel in één zin lijkt tegenstrijdig. Daarom lijkt deze zin in eerste instantie tegenstrijdig. Als je echter beter kijkt wordt er bedoeld dat zelfs al een beetje alcohol slecht voor je kan zijn.

‘Hoe gespecialiseerder iemand is, des te minder kan hij.’
Gespecialiseerd klinkt alsof je juist heel veel kunt, maar met deze zin wordt iets anders bedoeld. Als je je specialiseert in één ding, dan leer je niks over andere dingen, dus kan je ‘minder’.

‘Hoe meer ik weet, hoe meer ik weet dat ik niets weet.’
Meer weten en niets weten zijn tegenstellingen. Hier wordt bedoeld dat: hoe groter je kennis wordt, hoe groter ook je ‘raakvlak’ wordt met alles wat je óók nog zou kunnen weten. Hoeveel je ook leert uiteindelijk weet je toch niets, omdat er nog zo veel te weten valt.

‘Er is één constante in het leven: dat alles voortdurend verandert.’
Constante is in tegenspraak met voortdurend veranderen. Met ‘voortdurend verandert’, wordt hier bedoeld: ‘wat altijd doorgaat’. Een keer extra naar deze zin kijken, zorgt er dus voor dat de zin beter te begrijpen is.

Wat zijn stijlfiguren?

Stijlfiguren worden veel gebruikt door schrijvers en sprekers om de tekst levendig te houden. Dit doen ze door de tekst net iets anders te formuleren dan de lezer of luisteraar verwacht. Hierdoor voelt de lezer zich verrast, verbaasd of geïnteresseerd. Naast een paradox bestaan er dus nog meer stijlfiguren. Hieronder bespreken we de meest voorkomende stijlfiguren:

Alliteratie
Bij alliteratie beginnen opeenvolgende woorden met dezelfde klank. Je kunt spreken van een alliteratie wanneer de eerste letters in verschillende, beklemtoonde lettergrepen hetzelfde zijn, zoals in ‘kant en klaar’ en ‘bezige bij’.  Een alliteratie wordt ook wel beginrijn, stafrijm of letterrijm genoemd. Bijvoorbeeld: “Zon, zee en zand”

Chiasme
Bij een chiasme wordt twee keer hetzelfde woord of worden vergelijkbare woorden gebruikt om het ritmisch beter te laten klinken. Die twee woorden kunnen zowel identieke als verwante woorden zijn. Een chiasme wordt ook kruisstelling of chiasma genoemd. Bijvoorbeeld: “Doe meer samen. Samen bereik je meer”.

Tautologie
Bij tautologie wordt de betekenis van het woord nog eens herhaald door het daarop volgende woord. Het versterkt hiermee de boodschap. Bijvoorbeeld: “vast en zeker” pais en vree, enkel en alleen, nooit ofte nimmer, onmiddellijk en meteen en niettemin toch.

Pleonasme
Bij een pleonasme wordt een deel van de betekenis herhaald in een ander woord Voorbeelden: “Witte sneeuw” en “Groen gras”. ‘Wit’ en ‘groen’ geven dus maar een deel van de betekenis weer. Nog een aantal voorbeelden: een houten boomstam, het groene gras en een ronde cirkel.

Retorische vraag
Een retorische vraag is een vraag waarvan het antwoord al bekend is. Het is geschikt om lezers van een bepaald standpunt te overtuigen. Het is de bedoeling dat de ontvanger (toehoorder, lezer) zich aangesproken voelt en voor waarheid aanneemt wat de zender (spreker, schrijver) suggereert. Daarom wordt het veel gebruikt bij reclames, bijvoorbeeld: “Willen wij allemaal niet..” Een ander voorbeeld van een retorische vraag is: ‘Laat jij de hond even uit?’.

Eufemisme
Een eufemisme is een stijlfiguur waarmee iets mooier, vriendelijker of minder onaangenaam wordt voorgesteld dan het in werkelijkheid is. Vaak gaat het om het in andere, minder confronterende bewoordingen weergeven van zaken waarop een algemeen taboe rust. Dit doen ze door met een verzachtende uitspraak de waarheid te verbloemen, zoals bij: “Tussen twee banen zitten” = werkloos zijn

Hyperbool
Een overdrijving om iets duidelijker te maken: het wordt sterker gezegd dan het in werkelijkheid is. Bijvoorbeeld: “Mijn ogen vielen uit mijn doppen”, “Ik ga dood van de honger” of “Het duurde een eeuw voordat zij kwam”

Lees ook eens:

Jezelf verwennen: zo doe je dat! 

Previous article

Nominaal, ordinaal en meer meetniveaus voor statistisch onderzoek uitgelegd

Next article

You may also like